Als ontwikkelaar van het gedachtegoed Kleuren-Wijs heeft Wilga Zibel ook boeken geschreven met prachtige bewustzijnsverhalen. Het zijn verhalen geschreven voor kinderen van 0 tot 100 jaar. Zo ga je de confrontatie met jezelf aan op een speelse en creatieve manier, die toch diep en verbindend werkt. We nodigen je uit om het volgende verhaal van het boek Oranje – Gevoel te lezen. In haar boeken worden de verhalen gevolgd door vragen, verbindings- en verdiepingsoefeningen. Dit schept openingen om een gesprek met jezelf of de ander aan te gaan. Heb je interesse voor de aankoop van haar boeken, neem dan contact op via http://www.annesophiemartens.com/contact 

Veel leesplezier!

En ik dan?

Lotte is druk in de weer het huis schoon te maken. ‘Moeder zal het fijn vinden dat ik alles schoongemaakt heb,’ denkt Lotte. Ze is zo druk dat ze niet opmerkt dat moeder achter haar staat.

“Lotte, wat fijn! Wat ben jij toch een lieve dochter!”

Moeder geeft Lotte een aai over haar bol. Lotte straalt helemaal. Moeder vindt haar lief. Dit is precies waar ze het voor gedaan heeft.

Opeens hoort ze haar broertjes en zusjes thuiskomen.

“Lotte, pak je een wortel voor me?”
“Lotte, heb je mijn kamer niet schoongemaakt.”

“Help je me even met mijn haar te borstelen?”

Lotte vliegt van de een naar de ander. Door alle drukte heeft ze geen tijd om te spelen. Als Lotte naar bed gaat, valt ze uitgeput van al het werk in slaap.

Op een dag hoort Lotte haar moeder praten tegen de buurvrouw.

“Lotte is zo lief. Ze helpt enorm mee in het huishouden. Ze is altijd lief tegen iedereen. Ik heb haar nog nooit boos gezien.”

‘Ik doe het goed,’ denkt Lotte, ‘moeder vindt mij echt lief, doordat ik altijd help en nooit boos word.’

De weken verstrijken en Lotte poetst en zorgt voor haar ouders, broertjes en zusjes. Niemand ziet dat Lotte steeds vermoeider wordt. Ze heeft moeite om haar bed uit te komen. Waarom zou ze ook? Alles wat ze eerst leuk vond om te doen, zoals buitenspelen of in de natuur wandelen, daar heeft Lotte geen tijd meer voor. Ze is altijd maar druk aan het werk om ervoor te zorgen dat iedereen haar leuk vindt.

Op een dag zit Lotte uitgeput op het bankje voor de deur. De buurvrouw komt net thuis van de supermarkt en ziet haar zitten.
“Hallo Lotte! Gaat het wel goed met je?” vraagt de buurvrouw.

“Ik ben zo moe.”

“Dat kan ik me voorstellen. Je bent altijd zo druk bezig met voor iedereen te zorgen. Ben je nooit eens boos dat niemand eens een
kopje thee voor jou zet?” 

“Boos?”

Lotte kijkt verschrikt. ‘Nee, boos wil ik niet zijn’ denkt ze, ‘want moeder houdt van mij als ik lief ben.’

Toch zegt de buurvrouw: “Weet je Lotte, je hoeft niet altijd lief te zijn. Je mag ook wel eens boos worden en voor jezelf opkomen. Als je je boos voelt, wil het je helpen en zeggen: ‘Stop! Ik wil niet dat je zo met mij omgaat!’ Nu ben je zo moe, omdat je altijd maar voor iemand anders zorgt. Je mag
ook lief zijn voor jezelf en voor jezelf zorgen!”
De buurvrouw geeft haar een knuffel en gaat haar huis binnen. 

Lotte zit op het bankje en denkt nog eens na over wat de buurvrouw gezegd heeft. Ze weet in haar hart dat de buurvrouw gelijk heeft. Je hoeft niet altijd voor alle anderen te zorgen, je moet vooral ook goed voor jezelf zorgen!

Ze besluit om vandaag eens niet te gaan schoonmaken. Ze blijft buiten en geniet van de zon. Even uitrusten.

Maar natuurlijk komen dan de anderen thuis.
”Waar zijn de wortels, Lotte?”

“Heb je mijn kamer geveegd?”

“Nee!” zegt Lotte boos, “jullie doen het maar lekker gewoon zelf!”

Iedereen kijkt haar met grote ogen aan. Lotte boos? Dat kennen ze niet! 

Als Lotte al die verschrikte ogen ziet, rent ze de tuin uit. Moeder gaat er snel achteraan. Zo heeft ze Lotte nog nooit gezien! Er moet echt
iets aan de hand zijn.

“Lotte, niet zo snel! Ik kan je niet bijhouden!” roept moeder.

Lotte stopt met rennen. 

“Ik kom niet meer terug, moeder.” zegt ze, “Ik ben te moe. Ik kan niet meer voor iedereen zorgen. En nu vind je me zeker niet meer lief?”

Lotte begint er vreselijk van te huilen. Moeder slaat een arm om Lotte heen.

“Lief meisje van me! Ik vind je heel erg lief! Ik hou van jou! Het is heel goed van je dat je stop zegt. Ik dacht dat je het zelf leuk vond om zo te zorgen en te doen.”

“Nee, mama, het is veel te veel. Ik wil buiten spelen en wandelen. Maar daar had ik helemaal geen tijd meer voor!”

Moeder knuffelt Lotte. “Kom mee, dat gaan we samen oplossen! We gaan terug naar huis en dan maken we nieuwe afspraken. Iedereen draagt z’n
steentje bij om ons huis te verzorgen en elkaar te helpen.” 

Lotte is opgelucht. Ze kan weer lekker gaan spelen. En nog belangrijker: moeder vindt haar nog steeds lief, ook al was Lotte boos geworden. Ze weet nu dat boos worden niet iets stuk hoeft te maken. Het kan soms ook iets oplossen! 

Bronvermelding: Zibel, Wilga. Kleuren-Wijs Oranje – Gevoel, p. 60-61.